Fiets- en verlichtingscontrole

Beschrijving.

Goede zichtbaarheid bevordert de veiligheid van de fietsers. Aan de voorzijde van de fiets moet de verlichting wit of geel zijn, het mag niet knipperen en andere weggebruikers niet verblinden. Aan de achterzijde van de fiets moet het licht rood zijn en voortdurend branden.

  1. Op de fiets moet u bij nacht en bij slecht weer overdag, licht voeren
  2. Een fiets met twee wielen en een fiets met drie wielen met één voorwiel moet zijn voorzien van een wit of geel licht aan de voorkant.
    U mag ook een wit of geel licht op uw borst voeren.
  3. Op een fiets met twee voorwielen moeten aan de voorkant twee witte of gele lichten gevoerd worden op gelijke afstand vanuit het midden van de fiets.
  4. Een fiets moet een rood achterlicht aan de achterzijde van de fiets voeren.
    U mag ook een rood licht op uw rug voeren.
  5. U mag op een fiets twee amberkleurige richtingsaanwijzers aan de voorkant en aan de achterkant hebben.
  6. Naast de verlichting mag een fiets geen andere verlichting voeren
  7. Is je fiets in orde. Doe de fietscheck.
    Ga naar: vvn.nl/fietscheck

Regels voor reflectie
Ook reflectie is belangrijk om goed op te vallen op de fiets. De wettelijke regels hiervoor zijn:

  1. Een rode reflector (geen driehoek) op de achterkant van de fiets.
  2. Witte of gele reflectoren op de wielen (velgen) of banden. 4 (amber)gele reflectoren op de trappers.
  3. Spaakreflectoren, die in de lengte op een spaak worden vastgemaakt, zijn niet toegestaan.
  4. Heb je een fiets met 2 achterwielen? Dan moet aan de voorkant een extra witte reflector worden bevestigd.

Meer informatie over?

Wanneer
Het hele schooljaar door. Voorkeur bij ingaan van de wintertijd.

Belangstelling voor meer informatie:

Laat het ons weten via het CONTACTFORMULIER